Geelvleugelara - Ara macao
Geelvleugelara – Ara macao
Geelvleugelara – Ara macao
Geelvleugelara – Ara macao
Ondersoorten
De geelvleugelara kent geen ondersoorten.
Uiterlijke kenmerken en geslachtsonderscheid
Formaat: 86 groot.
Ringmaat: 14 mm.
Geslachtsonderscheid: Man en pop zijn uiterlijk gelijk. Zekerheid over het geslacht kan alleen verkregen worden door endoscopisch- en of DNA (veer)onderzoek.
Man en pop: De hoofdkleur is rood. De naakte teugels en het gebied van de wangen is wit met daarin meerdere bijna niet zichtbare lichtrode veerlijnen. De grote- en de middelste vleugeldekveren zijn geel met groene randen. De buitenste veren van de vleugels zijn blauw. De onderrug, bovenste- en onderste staartdekveren bleek blauw. De veren aan de bovenzijde van de staart zijn rood met een blauwe rand. De bovensnavel is hoornkleurig, aan de zijkanten zwart. De ondersnavel is zwart, de irissen van de ogen lichtgeel en de poten donkergrijs.
Herkomst en leefwijze
De geelvleugelara is de meest verspreide soort. Ze komen voor in Mexico, Belize, Honduras, Nicaragua, Costa Rica, Panama, Colombia, Equador, Peru, Venezuela, Guyana, Suriname, Frans-Guyana, Brazilië en Bolivia. Hier kunnen we ze aantreffen in loofbossen, regenwouden en op berghellingen tot hoogten van 500 meter. Plaatselijk zelfs tot op hoogten van 1500 meter. Buiten de broedtijd komen ze voor in familieverbanden en in groepen van 20 tot 30 vogels. Binnen deze groepen blijven de gevormde paren gehandhaafd. Als het broedseizoen aanbreekt zonderen de paren zich af om de oude broedplaatsen weer op te zoeken. Hun voeding bestaat in hoofdzaak uit vruchten (o.a. mango’s), verschillende soorten zaden en palmnoten (o.a. paranoten), bessen en vermoedelijk ook allerlei insecten en hun larven.
De voeding van geelvleugelara’s
De dagelijkse voeding voor ara’s dient grofweg uit drie (gelijke) delen te bestaan:
- een goed zaadmengsel voor papegaaien aangevuld met diverse soorten (hele) noten, o.a walnoten, amandelen, hazelnoten en paranoten, echter niet meer dan 4 dopnoten per vogel per dag.
- een mengsel van gekiemd zaad, eivoer en universeelvoer. Geef dit in een verhouding 2:2:1. Nadat het kiemzaad is geweekt kan hier het eivoer en het universeelvoer door gemengd worden. Verder is het verstandig twee keer per week, ondanks dat de vogels er ook vrij over moeten kunnen beschikken, scherpe maagkiezel en oesterschelpengrit door het kiemzaad te mengen.
- een mengsel van fruit (appel, peer, sinaasappel) en groenvoer (o.a. wortel, tomaat, witlof e.d.).
Ook kan bijvoorbeeld 2 keer per week een nat gemaakt en uitgekneed snee bruinbrood gegeven worden. Verder dienen de vogels dagelijks vers drinkwater aangeboden te krijgen waaraan eenmaal per week een mutivitamine kan worden toegevoegd. In de periode dat er jongen zijn dient de dagelijkse hoeveelheid voedsel sterk verhoogd te worden. Door de voedselbehoefte van de jongen eten de oudervogels dan een veelvoud van wat ze buiten de broedtijd eten.
Huisvesting van geelvleugelara’s
Ara’s kunnen het beste ondergebracht worden in een ruime volière van minimaal 5 meter lang, 3 meter breed en ongeveer 2,5 meter hoog. Verder is het van belang dat de vogels kunnen beschikken over een te verwarmen nachtverblijf. Hoewel een ruime huisvesting de voorkeur heeft worden er ook goede broedresultaten behaald in binnenvolières van bijvoorbeeld 2,00 x 2,50 x 2,00 meter hoog. Omdat vrijwel niets opgewassen is tegen de sterke snavels van deze vogels is een metalen volière (bijvoorbeeld van ijzer of aluminium) omspannen met een zware kwaliteit gaas een vereiste. Erg geschikt is het zogenaamde golfgaas, draaddikte 4 mm, maaswijdte 50 mm. Ook bouwmatten van ongeveer dezelfde draaddikte en maaswijdte zijn goed bruikbaar.Ook de eet- en drinkbakken dienen van ijzer te zijn en zodanig geplaatst te worden dat de vogels ze niet kunnen omgooien.
Kweken met de geelvleugelara in de volière
Nestblok: Als nestgelegenheid kan een nestblok gegeven worden met een afmeting van 50 x 50 x 100 cm hoog en een invlieggat van ca. 22 cm. Het nestblok dient bij voorkeur dikwandig (2,5 cm) en van hardhout te zijn. Verder verdient het aanbeveling om in de achterwand een inspectieluikje aan te brengen op een hoogte van ca. 20 cm. boven het bodemoppervlak. Zorg er voor dat het luikje buiten de volière geopend kan worden. Hiermee wordt voorkomen dat de vogels teveel gestoord worden tijdens de broedperiode.
Nestmateriaal: Als nestmateriaal kan een dikke laag houtkrullen vermengd met potgrond en of turf op de bodem van het nestblok worden aangebracht (laagdikte ca. 10 cm.). Ook kan een dik stuk vermolmd hout gegeven worden. Dit wordt dan door de vogels geheel stuk geknaagd waardoor een prima bodembedekking in het nestblok ontstaat.
Kweek: Komt overeen met dat van de blauwgeleara, zie aldaar.
Bijzonderheden
Als de oudervogels de jongen verstoten willen ze vaak met een nieuw broedsel beginnen. In een dergelijk geval helpt het om het broedblok weg te nemen. Vaak worden het dan weer zorgzame ouders.
Met de geelvleugelara wordt behoorlijk gekweekt. Wat aantallen betreft lopen de Verenigde Staten voorop.
A. van Kooten