Vogels van Nederland
Koperwiek - Turdus iliacus
Koperwieken (Turdus iliacus) samen met kramsvogels
Koperwiek (Turdus iliacus), samen met kramsvogels
Nederland is rijk aan mooie vogels. Door de jaren heen heb ik een groot scala aan Nederlandse vogels mogen fotograferen. Mijn website is een mooie gelegenheid om een deel van deze foto’s te tonen en in het kort de meest relevante bijzonderheden van deze vogels te beschrijven.
Koperwiek (Turdus iliacus)
- Grootte: 19 – 23 cm
- Geslachtsonderscheid:
- Biotoop: Leeft vooral in naaldbossen, maar ook in berkenbossen en op bergvlaktes en zelfs in wilgenbos. In de winter zijn ze regelmatig (in groepjes) aan te treffen in weilanden, boomgaarden, bossen, parken en tuinen. Ze foerageren op besdragende struiken: duindoorn is populair, maar ook de bessen van hulst, lijsterbes en kardinaalsmuts eten ze graag.
- Voedsel: Tijdens de broedtijd insecten, wormen en slakken. In de winter voornamelijk wormen, bessen en zaden.
- Verspreidingsgebied: Van noordelijk en oostelijk Europa tot centraal Siberië.
- Broedtijd: Eind april tot in juli.
- Broedduur: 12 – 14 dagen
- Aantal eieren per legsel: 4 – 6
- Stand- of trekvogel: In Noord-Europa is de koperwiek een talrijke broedvogel van naald- en berkenbossen. In de winter trekken ze, meestal ’s nachts, naar het zuidwesten. Veel koperwieken blijven in Nederland overwinteren. Wanneer de winter te koud wordt, verlaten ze het land weer en trekken verder naar het zuiden, of verplaatsen ze zich naar de stad, waar het warmer is. Koperwieken komen in Nederland en België alleen om te overwinteren. Broeden doen ze in het hoge noorden.
- Bijzonderheden: De soort telt 2 ondersoorten.
A. van Kooten