Wie kent ze niet deze  overwegend groen gekleurde, kort gedrongen papegaaien met hun relatief lange vleugels en korte brede staart. Deze prachtige vogels worden tegenwoordig door vele liefhebbers gehouden. In veel gevallen als kooivogel maar ook steeds meer als kweekvogel. Als kweekkoppel zijn ze prima te houden in bijvoorbeeld  een vluchtje van zo’n 2 x 2 meter met klimboom en wat (knaag)takken. Bij de meeste soorten is van een seksueel dimorfisme – een uiterlijk verschil tussen de geslachten – geen sprake en dat maakt het daarom zo moeilijk een kweekkoppel samen te stellen. Het samenstellen van een succesvol kweekkoppel kan daarom alleen maar wanneer we de vogels laten seksen. Maar ook als we de zekerheid hebben dat we een man en pop gekoppeld hebben is het nog lang niet gezegd dat beide vogels het ook met elkaar goed kunnen vinden. In een behoorlijk aantal gevallen blijken de vogels niet bij elkaar te passen met als gevolg dat de kweker zal moet proberen een andere partner voor één van vogels te vinden. Het zijn over het algemeen sterke vogels die zelfs zonder bezwaar onze winters in de buitenlucht kunnen doorbrengen. Het is dan wel zaak dat ze de beschikking hebben over een goede nestgelegenheid waarin ze de nachten kunnen doorbrengen.

Als nestgelegenheid kan een van dik hout gemaakte nestkast of een uitgeholde natuurstam gegeven worden. Deze dient een afmeting te hebben van ca. 50 x 30 x 30 cm. met een invlieggat van ongeveer 12 cm. doorsnede. Maar ook nestblokken met een afmeting van bijvoorbeeld 80 x 40 x 40 cm. worden door de vogels geaccepteerd. Over het algemeen zijn ze hier niet al te kieskeurig in. In de nestblokken dient een flink stuk vermolmd hout te worden gelegd. Dit wordt dan door de vogels geheel stuk geknaagd waardoor een prima bodembedekking in het nestblok ontstaat. Over het algemeen leggen ze 2 tot 5 eieren, die in ongeveer 26 dagen worden uitgebroed. De jongen blijven 10 tot 12 weken in het nest alvorens ze uitvliegen. De ringmaat waarmee de jongen moeten worden geringd varieert van 10 – 12 mm., dit is namelijk afhankelijk van de soort (zie voor de juiste ringmaat bij de behandelde soort(en). Het tijdstip van het ringen is afhankelijk van de groei van de jongen. De kweker zal de groei van de jongen dan ook nauwlettend in de gaten moeten houden zodat hij niet te laat is met het ringen. Na het uitvliegen worden de jongen nog een aantal weken door de oudervogels (bij)gevoerd alvorens ze geheel zelfstandig zijn.

Bij de Amazonepapegaaien onderscheiden we de volgende soorten:

1. Blauwvoorhoofdamazone – Amazona aestiva
2. Groenwangamazone – Amazona viridigenalis
3. Geelvoorhoofdamazone – Amazona ochrocephala
4. Geelschouderamazone – Amazona. barbadensis
5. Geelwangamazone – Amazona autumnalis
6. Wijnborstamazone –  Amazona. vinacea
7. Keizeramazone – Amazona. imperalis
8. Cuba amazone – Amazona leucocephala
9. Finschamazone –  Amazona finschi
10. Mulleramazone – Amazona farinoza
11. Roodkeelamazone – Amazona collaria
12. Soldatenamazone Amazona mercenara
13. St. Vincentamazone Amazona guildingii
14. St. Lucia amazon Amazona versicolor
15. Hispaniola amazone Amazona ventralis
16. Geelteugelamazone Amazona xantholora
17. Kawallamazone Amazona kawalii
18. Witvoorhoofdamazone Amazona albifrons
19. Puerto Rico amazone Amazona vittata
20. Blauwbaardamazone Amazona festiva
21. Granada amazone Amazona rhodocorytha
22. Tucumanamazone Amazona tucumana
23. Jamaica amazone Amazona agilis
24. Goudmaskeramazone Amazona dufresniana
25. Oranjevleugelamazone Amazona amazonica
26. Geelbuikamazone Amazona xanthops
27. Geelteugelamazone Amazona xantholora
28. Prachtamazone Amazona pretrei
29. Roodstaartamazone Amazona brasiliensis