Diamantvink - Stagonopleura guttata

Diamantvinken - Stagonopleura guttata - rood- en oranjesnavel

Diamantvink (rood- en oranje snavel) – Stagonopleura guttata

Diamantvink - Stagonopleura guttata - oranjesnavel

Diamantvink (oranje snavel) – Stagonopleura guttata

Diamantvink – Stagonopleura guttata

 

Grootte:

De diamantvink is ongeveer 12 cm. groot.

 

Kenmerken:

Zie foto. (In de wildkleur zijn er zowel rood- als oranjesnavels).

 

Geslachtsonderscheid:

Er is geen uiterlijk verschil tussen het mannetje en het popje. Omdat alleen het mannetje zingt en baltst is dit de beste manier de seksen te onderscheiden. 

 

Verspreiding:

Zuidelijk Queensland (Australië), oostelijk New South Wales  tot Victoria en oostelijk Zuid-Australië. 

 

Woongebied:

Grasland, bebost gebied, parken en tuinen.

 

Omgevingstemperatuur:  

Kunnen in een volière met een vorst- en tochtvrij nachtverblijf overwinteren.

 

Bijzonderheden als volièrevogel:

Sterke en brutale volièrevogel. Het zijn vrij actieve vogels waarvan er niet meer dan één paartje in een gezelschapsvolière moeten worden geplaatst. Als nestplaats maken ze graag gebruik van half-open nestkastjes.Ze verstoren regelmatig het broedproces bij andere vogels door hun nesten in beslag te nemen. Vaak gaan ze wel over tot nestbouw en het leggen van eieren maar worden de jongen niet groot gebracht. Het popje legt 4 – 6 eieren die door beide vogels worden bebroed. De broedduur bedraagt 12 – 14 dagen.

 

Voeding:

Als voeding dient een goede zaadmengeling voor tropische vogels en of volièrevogels, een goed samengesteld eivoer/krachtvoer en bij voorkeur kiemzaad verstrekt te worden. Om aan de behoefte van dierlijke eiwitten in de voeding tegemoet te komen kan het beste een insecten-/universeelvoer toegevoegd worden (bijvoorbeeld 50 eivoer, 50% universeelvoer). Vooral in de periode dat de vogels jongen hebben is het belangrijk dat ze de beschikking hebben over dierlijke eiwitten. Extra dierlijke eiwitten kunnen, naast het verstrekken van een goed samengesteld eivoer/universeelvoer, verstrekt worden in de vorm van bijvoorbeeld meelwormen, miereneieren, buffalowormpjes. Wees bij de verstrekking van dierlijke eiwitten wel voorzichtig omdat de vogels bij het verstrekken van teveel dierlijke eiwitten vaak de jongen in de steek laten en al weer met een volgend legsel beginnen. Naast bovenstaande voeding is het noodzakelijk dat de vogels dagelijks de beschikking hebben over vers en fris bad- en drinkwater en mogen ook vogelmineralen (grit) en maagkiezel niet ontbreken. 

 

A. van Kooten

error: Content is protected !!