Vogels van Nederland

Kneu – Linaria cannabina

Kneu, Linaria cannabina, man

Kneu – Linaria cannabina

Kneu, Linaria cannabina, vrouw

Kneu – Linaria cannabina

Nederland is rijk aan mooie vogels. Door de jaren heen heb ik een groot scala aan Nederlandse vogels mogen fotograferen.  Mijn website is een mooie gelegenheid om een deel van deze foto’s te tonen en in het kort de meest relevante bijzonderheden van deze vogels te beschrijven.

 

Kneu (Linaria cannabina)

  •  Grootte: 13 – 14 cm
  • Geslachtsonderscheid: Het mannetje is te herkennen aan het rood van kruin en borst, meestal is de kleur afgedekt door de grijze veerranden. Het dier heeft een grijsbruine kop. De rug en mantel zijn kastanjebruin. De donkerbruine staart heeft witte randen. Het vrouwtje is over het geheel wat meer streperig getekend dan de man.
  • Biotoop: Het talrijkst zijn kneuen in de duinen en in akkerbouwgebieden met hagen, maar ze broeden ook op plekken met jonge aanplant en oude struikheide met opslag
  • Voedsel: Zaden van wilde soorten kruiden en grassen, maar ook cultuurgewassen zoals koolzaad, mosterdzaad en lijnzaad. Vroeg in de lente zijn vogelmuur, veldkers, vroegeling en varkensgras belangrijke voedselbronnen, later ook paardenbloem, brandnetel, distel.
  • Verspreidingsgebied: Van westelijk, centraal en noordelijk Europa, westelijk en het zuidelijke deel van Centraal-Siberië.
  • Broedtijd: Half april tot eind juli 
  • Broedduur: 12 – 13 dagen
  • Aantal eieren per legsel: 4 -6
  • Stand- of trekvogel: Trekvogel. Voorjaarstrek begint ongeveer half maart en loopt tot begin mei. Vogels die in Nederland broeden trekken in de winter naar Zuid-Spanje en Marokko. Vogels uit het noorden trekken hier door. In de winter zijn er weinig kneuen, zeker als het echt koud wordt. De kneu trekt in grote aantallen door in april en oktober.
  • Bijzonderheden: De soort telt zeven ondersoorten.

A. van Kooten

error: Content is protected !!