Riedel-edelpapegaai - Eclectus roratus riedeli

Riedel-edelpapegaai - Eclectus roratus riedeli 

Riedel-edelpapegaai (pop) – Eclectus roratus riedeli 

Riedel-edelpapegaai man - Eclectus roratus riedeli 

Riedel-edelpapegaai (man) – Eclectus roratus riedeli 

Riedel-edelpapegaai – Eclectus roratus riedeli 

 

Ondersoorten

Zie bij ´Inleiding edelpapegaaien´.

 

 

Riedel-edelpapegaai – Eclectus roratus riedeli 

Formaat:  33 cm.

Ringmaat: 12 mm.

Geslachtsonderscheid: Man en pop verschillen duidelijk van elkaar. De pop is overwegend rood en de man overwegend groen.

Man: De man lijkt op die van de nominaatvorm maar de nek en kopzijden zijn meer blauwgroen van kleur. De buitenste vleugelpennen zijn donkerblauw zonder groene omzoming. De staart bezit aan de bovenzijde een ca. 25 mm. brede gele rand. De onderzijde van de staart is zwart met aan het eind een duidelijke brede gele rand. De iris van het oog is oranje. Verder is deze ondersoort kleiner dan de nominaatvorm.

Pop: De rug, de vleugels, de onderrug en de bovenstaartdekveren mat donkerrood. De stuit en de onderstaartdekveren zijn geel. De bovenzijde van de staart is donkerrood met een ongeveer 35 mm. brede gele rand. De onderzijde van de staart is helder rood met vanuit de basis een donkere aanzet. De rand van de staart is lichter geel van kleur als van de nominaatvorm. Verder is de pop van de Riedel´s edelpapegaai kleiner dan die van de nominaatvorm.

 

Herkomst en leefwijze van edelpapegaaien

  1. r. riedeli komt alleen voor op het Indonesische eiland Tanimbar. Edelpapegaaien bewonen oerwouden, gedeeltelijk beboste gebieden, boomsavannen en mangroven tot op hoogtes van 1000 meter. Ook brengen ze regelmatige bezoeken aan landbouwgebieden waar ze zich te goed doen aan de aldaar verbouwde gewassen.  Verder laten ze zich nog wel eens zien op plantages en in plantsoenen. Buiten de broedtijd worden de vogels vaak alleen gezien of in kleine (familie) groepjes. Vrijwel nooit worden ze waargenomen in groepen van meerdere vogels. In hun leefgebied voeden ze zich in hoofdzaak met het vruchtvlees van diverse vruchten (bananen, papaya, vijgen). Verder bestaat de voeding uit nectar, bessen, zaden, noten en bloesems van vruchtdragende bomen en struiken. Regelmatig dringen ze maïsplantages binnen om zich daar tegoed te doen aan het rijpende maïs.   

De voeding van edelpapegaaien

In hun natuurlijke leefomgeving bestaat de voeding van edelpapegaaien in hoofdzaak uit vruchten, noten, zaden, bessen, bloesems en nectar. Een volwaardige voeding voor edelpapegaaien in gevangenschap zou grofweg uit de volgende delen moeten bestaan.

  1. een zaadmengsel voor (edel)papegaaien. Dit dient ongeveer 20% van het totale menu te omvatten.
  2. een mengsel van kiemzaad, eivoer en universeelvoer. Geef dit in een verhouding van 1:1:1. Nadat het kiemzaad is geweekt kan hier het eivoer en het universeelvoer door gemengd worden. Dit  deel dient ongeveer 20% van het totale menu te omvatten. 
  3. een mengsel van groenvoer en in kleine stukjes gesneden fruit. Het fruit dient in kleine stukjes te worden gesneden omdat de vogels er anders teveel van verspillen! Dit deel dient ongeveer 60% van het totale menu te omvatten.

Bekend is dat edelpapegaaien relatief veel groenvoer nodig hebben om gezond te blijven. Afhankelijk van het seizoen kunnen de volgende groenten gegeven worden: erwten in de schil, rode bieten, spruiten, witlof, paprika, andijvie, spinazie, korenaren, wortelen, broccoli, bloemkool en ook onkruidzaden als muur, graszaden, paardebloem, weegbree e.d. Als fruit komen appels, peer, druiven, sinaasappel, kiwi e.d. in aanmerking. Verder dient dagelijks grit, maagkiezel en sepia ter beschikking te staan voor de vogels.

Als er jongen in het nest liggen moet de voeding veel eiwitten bevatten. Om het eiwitpercentage van het krachtvoer te verhogen kan aan 1 kg. eivoer een eetlepel (volle) melkpoeder worden toegevoegd en of 250 gram gekookte (kool)vis.

De huisvesting van edelpapegaaien

Een goed onderkomen voor een kweekkoppel edelpapegaaien is een buitenvolière met een afmeting van bijvoorbeeld 5 x 1,5 x 2 meter (lxbxh) en een binnenvolière van 2 x 1,5 x 2 meter (lxbxh). Vanwege de sterke snavels van de vogels is een metalen volière (bijvoorbeeld van ijzer of aluminium) omspannen met een zware kwaliteit gaas een vereiste. Ook de eet- en drinkbakken dienen van metaal te zijn en zodanig geplaatst te worden dat de vogels ze niet kunnen omgooien. Voor een goede gezondheid is het van belang dat de vogels goed kunnen bewegen. Een kleinere huisvesting als hier boven beschreven is daarom af te raden omdat dit gemakkelijk leidt tot vervetting van de vogels. Dit is niet alleen nadelig voor de gezondheid maar ook voor de voortplanting van de vogels.

 

Kweken met edelpapegaaien in de volière

Nestblok: Als nestgelegenheid kan het beste een van dik hardhout gemaakte nestkast gegeven worden. Deze dient een bodemoppervlak te hebben van 25 x 25 cm. en een hoogte van ca. 80 cm. Het invlieggat dient een doorsnede te hebben van ongeveer 15 cm. Om de vogels te helpen bij het in- en uit gaan van het blok is het aan te raden de binnenzijde van het blok onder het invlieggat te voorzien van een strook gaas en of krammen. Verder is het aan te bevelen een inspectieluikje aan te brengen op ongeveer 20 cm. hoogte van het bodemoppervlak. Zorg er voor dat dit luikje vanaf de buitenzijde van de volière is te openen zodat de vogels zo min mogelijk gestoord hoeven worden tijdens de broedperiode. Verder is het verstandig meerdere blokken op te hangen zodat de vogels een keuze kunnen maken.

Nestmateriaal: Als nestmateriaal kan een mengsel van houtspaanders met potgrond en of boshumus in het blok worden aangebracht (laagdikte ca. 10 cm.). Ook kunnen dikke stukken vermolmd hout gegeven worden. Dit wordt dan door de vogels geheel stuk geknaagd waardoor een prima bodembedekking in het nestblok ontstaat.

Kweek: Edelpapegaaien zijn niet echt aan het broedseizoen gebonden. Net als de meeste lories kunnen ze op elk tijdstip in het seizoen in broedstemming komen. Ze zijn op een leeftijd van drie tot vier jaar geslachtsrijp. In uitzonderlijke gevallen kan het voorkomen dat een pop al bevruchte eieren legt op een leeftijd van twee jaar. In het algemeen moet de man echter minimaal 4 jaar oud zijn, in veel gevallen nog ouder, om een succesvolle paring uit te voeren. Een man in broedstemming laat een typische ´bong´ klank horen. Hierbij tikt hij met zijn snavel op de zitstok en voert de pop. Het paringsritueel gaat vervolgens verder met ritmische bewegingen van de kop waarbij beide vogels elkaars nek aanraken. Een pop in broedstemming jaagt achter de man aan om te bedelen om voer. Als de man hier niet aan toegeeft kan ze behoorlijk agressief reageren. In een dergelijk geval zal de kweker goed moeten opletten en daar waar nodig moeten ingrijpen. De pop legt gemiddeld 2 eieren. Tussen het leggen van de eieren kan een tijdsduur zitten van 2 tot 7 dagen. Vooral bij koud weer wil het tweede ei nog weleens op zich laten wachten. Afhankelijk van de weersomstandigheden varieert de broedduur van 25 tot 28 dagen. De jongen worden kaal geboren en hebben bij de geboorte een roze huidskleur en gele snavel. De eerste weken ontwikkeld zich bij de jongen een dikke laag dons die nog dikker wordt als de veren zich gaan ontwikkelen. Op het moment dat de eerste veren zichtbaar worden, na 4 á 5 weken, is ook het geslacht te onderscheiden. Jonge edelpapegaaien vliegen op een leeftijd van 70 tot 80 dagen uit en zijn pas op een leeftijd van 16 – 18 weken als volledig zelfstandig te beschouwen.

Hoewel er paren zijn die het hele jaar door broeden is het af te raden dit toe te staan. Om allerlei verstoringen in het broedproces te voorkomen moeten meer dan twee legsels per jaar niet worden toegestaan.

 

Bijzonderheden

Doordat er in veel gevallen tussen de soorten weinig uiterlijk verschil is, zijn in het verleden veel ondersoorten met elkaar verpaard. Helaas zijn er daardoor nog maar weinig zuivere ondersoorten in avicultuur. Bij de aanschaf van edelpapegaaien zal daarom kritisch gekeken moeten worden naar de zuiverheid van de aan te schaffen vogels. 

Edelpapegaaien hebben een rustig en vriendelijk karakter en kunnen goed leren praten. In tegenstelling tot veel andere papegaaien bijten ze zelden. Het zijn hoogst intelligente dieren die juist daardoor veel aandacht nodig hebben. Bij het houden van een edelpapegaai als huisdier moet de vogel buiten zijn (ruime) kamervoliere wel voldoende bewegingsruimte hebben en zich gedurende langere tijd vrij door het huis kunnen bewegen. Ze kunnen niet goed over veranderingen in hun directe omgeving. Vaak zijn ze dan een tijdlang van streek. Bij onraad of als de vogels schrikken kunnen ze wel een zeer harde alarmroep ten gehore brengen. Dagelijkse regelmaat is voor deze papegaaien dan ook een eerste vereiste. In goede gezondheid kunnen ze een leeftijd bereiken van vijfendertig jaar. Ook vogels in de volière kunnen behoorlijk luidruchtig zijn.

 

A. van Kooten

error: Content is protected !!