Sint-Helenafazantje - Estrilda astrild
Sint-Helenafazantje – Estrilda astrild
Sint-Helenafazantje – Estrilda astrild
Sint-Helenafazantje – Estrilda astrild
Het Sint-Helenafazantje heeft zijn naam te danken aan het eiland Sint-Helena waar hij voorkomt. Het is een overwegend bruingrijs vogeltje met over het hele lichaam een fijne golftekening. Verder bezitten deze vogeltjes een rode buikvlek en een opvallende rode oogstreep, die vanaf de snavel tot achter het oog reikt. Binnen de soort worden maar liefst 17 ondersoorten onderscheiden.
Formaat
10 – 12 cm.
Ringmaat
2,0 mm.
Beschrijving
Zie foto’s.
Geslachtsonderscheid
De geslachten lijken op elkaar maar zijn wel te onderscheiden. Het popje heeft een kleinere rode buikvlek en ook de rode oogstreep is bij haar kleiner dan bij het mannetje.
Verspreiding en leefgebied
Het verspreidingsgebied van het Sint-Helenafazantje omvat een groot deel van Afrika. Ze leven hier o.a. in moerasgebieden, graslanden en langs de rietoevers van rivieren en meren. Ook worden ze gezien op landbouwgronden, plantages en langs bosranden, altijd in de nabijheid van water.
Karakter
Sint-Helenafazantje zijn verdraagzame vogels en daardoor geschikt voor de gezelschapsvolière. Ze kunnen prima gehouden worden met andere tropische vogels zoals bijvoorbeeld loodbekje, kanarie, bandvink, diamantvink, goudmus, cubavink, oranjewever e.d. Ze komen vooral in een dicht begroeide volière goed tot hun recht.
Omgevingstemperatuur
Het houden van Sint-Helenafazantje hoeft geen problemen op te leveren in ons land. Wel ben ik van mening dat een volière waarin deze vogels worden gehouden een goed afgesloten en droog nachtverblijf dient te bezitten. Ook verdient het aanbeveling de vogels niet beneden temperaturen van 5 °C te houden.
Voeding
Als voeding dient een goede zaadmengeling voor tropische vogels en of volièrevogels, een goed samengesteld eivoer/krachtvoer en bij voorkeur kiemzaad verstrekt te worden. Om aan de behoefte van dierlijke eiwitten in de voeding tegemoet te komen kan het beste een insecten-/universeelvoer toegevoegd worden (bijvoorbeeld 50 eivoer, 50% universeelvoer). Vooral in de periode dat de vogels jongen hebben is het belangrijk dat ze de beschikking hebben over dierlijke eiwitten. Extra dierlijke eiwitten kunnen, naast het verstrekken van een goed samengesteld eivoer/universeelvoer, verstrekt worden in de vorm van bijvoorbeeld (geknipte) meelwormen, miereneieren, bladluis, fruitvliegjes, buffalowormpjes. Tijdens het broeden dienen aan de vogels alleen zaden te worden verstrekt omdat bij het verstrekken van teveel dierlijke eiwitten vaak de pas uitgekomen jongen in de steek worden gelaten en al weer met een volgend legsel wordt begonnen. Naast bovenstaande voeding is het noodzakelijk dat de vogels dagelijks de beschikking hebben over vers en fris bad- en drinkwater en mogen ook vogelmineralen (grit) en maagkiezel niet ontbreken.
Kweek
Het Sint Helenafazantje broedt het liefst in de struiken of een half open nestkastje. Ze maken een prachtig nest dat ze vaak voorzien van een insluipgang. Als bouwmateriaal gebruiken ze kokosvezel, hooi, grashalmen, mos, veertjes, dierenhaar e.d. Als het nest klaar is en door het popje wordt geaccepteerd mag na enkele dagen het eerste eitje verwacht worden. Gemiddeld legt het popje vier tot zes witte eitjes. De eitjes worden afwisselend door beide oudervogels bebroed. De eieren komen naar ongeveer twee weken uit. De jongen worden zowel door de man als door de pop gevoerd. Na ongeveer zeven dagen kunnen de jongen geringd worden. Om te voorkomen dat de jongen samen met de ringen uit het nest gegooid worden is het verstandig de ringen te voorzien van een stukje ventielslang.
Na ongeveer 12 dagen komen de jongen uit het ei en nog eens drie weken later verlaten ze het nest. De voeding van de jongen bestaat de eerste dagen in hoofdzaak uit levende insecten. Naast het verstrekken van eivoer en gekiemd zaad is het daarom noodzakelijk in deze periode voldoende levend voer zoals buffalowormpjes, geknipte meelwormen fruitvliegjes, spinnetjes, bladluis e.d.te verstrekken. Deze kunnen het beste meerdere keren per dag worden aangeboden. Als de jongen een leeftijd hebben van vijf weken zijn ze volledig zelfstandig.
Bijzonderheden
Sint-Helenafazantjes kunnen beter niet met Napoleonnetjes en oranjekaakjes in één volière gehouden worden omdat ze met elkaar bastaarderen.
Het Sint-Helenafazantje is een zogenaamde nestslaper. Hij slaapt graag in een open nestkastje in plaats van op een zitstok.
A. van Kooten