Ziekenkooi en zieke vogel

Ziekenkooi voor zieke vogel

Een zieke vogel, in dit geval een gouldamadine, dient zoo snel mogelijk in een warme ziekenkooi te worden gezet.
Bij een zieke vogel is de warmteregulatie verstoord en daarom zal de vogel in de regel minder voer op gaan nemen dan normaal. Dit minder eten heeft tot gevolg dat hij vermagert en na verloop van tijd moeite zal krijgen zijn lichaamtemperatuur op peil te houden. Door nu “bol te gaan zitten” probeert de vogel zijn lichaamswarmte zo goed mogelijk van de omringende lucht te isoleren. In dit stadium is het dan ook erg belangrijk dat de vogel extra warmte krijgt. Deze extra warmte kan gegeven worden door de vogel in een kant en klaar gekochte ziekenkooi te plaatsen dan wel in een zelf gemaakte en of zelf gecreëerde ziekenkooi. Een ziekenkooi voor grote parkieten en papegaaien moet een afmeting hebben van ongeveer 50 cm. hoog, 50 cm. diep en 80 cm. breed). De kooi dient uitgevoerd te zijn met een ingebouwde verwarming (het beste kan hier een infrarode lamp voor gebruikt worden) en aan de binnenzijde een thermometer. De ziekenkooi dient gemakkelijk schoon gehouden en gedesinfecteerd te kunnen worden. Ook is het mogelijk om een zieke vogel bijvoorbeeld in een showkooi (voor grote parkieten) te plaatsen en deze op een warme plaats te zetten. Zo’n warme plaats is bijvoorbeeld boven op de radiator van de centrale verwarming en of voor of naast de kachel. Een thermometer is nodig om de temperatuur in de gaten te houden. De temperatuur moet ongeveer rond de 35 C zijn. Door de warmte zal de vogel meestal meer water gaan drinken. Hier dient dus rekening mee gehouden te worden. Wat echter de juiste temperatuur voor een zieke vogel is, kan alleen zijn gedrag ons vertellen. Blijft de vogel ‘bol zitten’ dan kan de temperatuur nog te laag zijn. Gaat de vogel met open snavel hijgen, dan is de temperatuur te hoog. Warmte van een infrarode lamp dringt enkele millimeters in de huid door van de zieke vogel. Naast warmte moet de vogel ook een wat koelere plek kunnen vinden. Zorg er verder voor dat er niet te veel licht in de ziekenkooi kan doordringen omdat te veel licht de vogel kan irriteren. Zet de ziekenkooi verder op een rustige, tochtvrije en rookvrije plaats.
A. van Kooten